Algemene voorwaarden voor stalling 2020

DEFINITIES
Huurder : een natuurlijk persoon die een huurovereenkomst voor een
stallingsplaats heeft gesloten met De Kleine Plas Vinkeveen
Verhuurder : De Kleine Plas Vinkeveen
Terrein : het terrein, de bijbehorende gebouwen en het parkeerterrein
achter en bij Herenweg 52-54 te Vinkeveen
Zomerseizoen : de periode van 1 april tot 1 oktober in een bepaald jaar
Winterseizoen : de periode van 1 oktober van een bepaald jaar tot 1 april van het
daarop volgende jaar
Zomerstalling : het stallen van een boot tijdens het zomerseizoen
Winterstalling : het stallen van een boot tijdens het winterseizoen
Stallingsplek : een plek voor één boot inclusief één autoparkeerplek
Boot : het vaartuig inclusief motor en uitsteeksels

ART. 1 DE HUURSOM EN BETALINGSVOORWAARDEN
A De betaling van de huur (en eventuele bijkomende kosten) dient binnen één maand na factuurdatum te geschieden, maar uiterlijk op de begindatum van de overeengekomen huurperiode. Restitutie bij afwezigheid of bij verkoop boot is niet mogelijk.
B De huurder is zonder ingebrekestelling in verzuim vanaf het verstrijken van de betalingsdatum. De verhuurder zendt na het verstrijken van die datum een betalingsherinnering en geeft de huurder de gelegenheid binnen veertien dagen na ontvangst van deze betalingsherinnering te betalen. Wanneer na het verstrijken van de termijn genoemd in de betalingsherinnering nog steeds niet is betaald, is de verhuurder gerechtigd rente in rekening te brengen vanaf het verstrijken van de betalingsdatum. Deze rente is gelijk aan de wettelijke rente.
C Wanneer de huurder na verzending van de betalingsherinnering nog steeds in gebreke blijft het verschuldigde bedrag te betalen, is de verhuurder gerechtigd het verschuldigde bedrag met de incassokosten te verhogen.
D De huurbedragen worden elk jaar (voor het nieuwe kalenderjaar) aangepast aan het consumentenprijsindexcijfer. De huurprijs wordt niet gewijzigd indien een indexering van de huurprijs leidt tot een lagere huurprijs.
(zie verder artikel 5).

ART. 2 DUUR EN VERLENGING VAN DE HUUR
A De huurovereenkomst wordt aangegaan voor de periode van een zomerseizoen en/of een winterseizoen.
B De huurovereenkomst wordt geacht stilzwijgend onder dezelfde voorwaarden (behalve het in lid 3 vermelde) en voor dezelfde periode te zijn verlengd, tenzij uiterlijk twee maanden vóór het begin van de nieuwe huurperiode de overeenkomst schriftelijk of per e-mail is opgezegd.
De huurder van een zomerstallingsplek dient voor het einde van het seizoen aan te geven dat hij dezelfde zomerstallingsplek weer wenst te huren in het nieuwe seizoen.
Bij opzegging binnen een maand voor het begin van de nieuwe huurperiode is de huurder 50% van de overeengekomen huursom verschuldigd.
C De verhuurder kan uiterlijk drie maanden vóór het begin van de nieuwe huurperiode de huursom wijzigen. (de huursom betreft niet het bedrag aan belastingen, heffingen en dergelijke). De huurder heeft het recht om binnen een maand na ontvangst van het bericht de huurovereenkomst op te zeggen.

ART. 3 BIJZONDERE RECHTEN EN VERPLICHTINGEN VAN DE HUURDER EN VERHUURDER
A De huurder is verplicht zijn boot in een goede staat van onderhoud te houden.
B Op het terrein mogen werkzaamheden die het onderhoud betreffen alleen met toestemming van de verhuurder door huurder worden verricht. Het is niet toegestaan leidingwater te gebruiken voor het schoonmaken van de boot. De boot dient niet aan lekkage onderhevig te zijn. Bij lekkage kan het vaartuig op kosten van de huurder worden hersteld.
C Onderhuur, bruikleen van het gehuurde of overdracht van het huurrecht is niet toegestaan.
D De stallingsplek is persoonsgebonden en boot gebonden. Bij verkoop kan de boot niet blijven liggen. Ook bij aanschaf van een andere boot dient er eerst met de verhuurder overlegd te worden.
E Het is de huurder verboden de boot of stallingsplek tot een voorwerp van commerciële activiteit te maken. Hieronder wordt ook verstaan het op het terrein te koop aanbieden van de boot.
F De huurder is verplicht zijn boot en toebehoren tegen wettelijke aansprakelijkheid te verzekeren gedurende de tijd dat hij gebruik maakt van de stallingsplek.
G Huurder mag geen afval, van welke aard dan ook, achterlaten.
H De huurovereenkomst betreft alleen het stallen van een boot. Overnachtingen zijn niet toegestaan, ook geen recreatie in welke vorm dan ook.
J De huurder mag geen obstakels op of boven de steiger houden.
K Huurder wordt verzocht bij lange afwezigheid dit door te geven aan verhuurder.
L Wanneer gevaar voor schade dreigt of de veiligheid in gevaar zou kunnen worden gebracht, is de verhuurder gerechtigd om op kosten van de huurder de noodzakelijke voorzieningen te treffen. In spoedgevallen mag de verhuurder dit doen zonder waarschuwing; in andere gevallen wanneer de huurder niet binnen een redelijke termijn aan zijn waarschuwing gehoor heeft gegeven.
M De toegangscode tot het terrein is alleen bestemd voor de huurder zelf en vaste gebruikers van zijn boot om gebruik te maken van het gehuurde. De toegangscode mag niet aan anderen verstrekt worden.
N Verhuurder is te allen tijden gerechtigd een andere stallingplaats aan te wijzen.

ART. 4 AANSPRAKELIJKHEID EN RISICO
A Verhuurder is jegens de huurder aansprakelijk alleen voor schade aan de boot of andere zaken wanneer die schade het gevolg is van een toerekenbare tekortkoming van de verhuurder, dan wel aan personen die door hem zijn aangesteld voor de uitvoering van werkzaamheden.
B Verhuurder is nooit aansprakelijk voor schade(n) tot een hoger bedrag dan in het concrete geval door zijn verzekering zal worden uitgekeerd.
C De huurder is jegens de verhuurder aansprakelijk voor schade die wordt veroorzaakt door een tekortkoming die is toe te rekenen aan zichzelf, aan zijn gezinsleden, dan wel aan huurders genodigden.
D De boten zijn/worden niet door de verhuurder verzekerd. De huurder moet zelf zorgen voor een afdoende verzekering. Het door de huurder niet voldoende verzekeren van de boot tegen cascoschade komt voor risico van de huurder.

ART. 5 RETENTIERECHT EN RECHT VAN VERKOOP
A De verhuurder is gerechtigd het vaartuig van een in verzuim zijnde huurder onder zich te houden tot deze het totaal verschuldigde bedrag heeft voldaan. Tot het verschuldigde bedrag worden ook gerekend de kosten die voortvloeien uit het retentierecht.
B Wanneer de huurder, na door de verhuurder bij aangetekend schrijven tot betaling te zijn aangemaand, zes maanden na datum van het aangetekend schrijven de huursom en/of bijkomende kosten nog niet (geheel) heeft voldaan en de periode waarop de huursom betrekking heeft inmiddels is verstreken, wordt de huurder geacht afstand van het vaartuig te hebben gedaan en heeft de verhuurder het recht het vaartuig van de in verzuim zijnde huurder te ( doen ) verkopen. De verhuurder heeft het recht uit de opbrengst van de verkoop zijn volledige vordering op de huurder te verhalen. De verhuurder moet het verschil tussen de opbrengst en het door de huurder aan verhuurder verschuldigde bedrag binnen tien dagen na ontvangst van de opbrengst, indien mogelijk, aan de huurder overmaken.
C Bedoeld recht van verkoop kan de verhuurder pas uitoefenen, nadat hij na afloop van voorgenoemde periode van zes maanden de huurder bij deurwaardersexploot wederom heeft aangemaand het verschuldigde bedrag binnen tien dagen te voldoen en binnen die tien dagen het verschuldigde bedrag niet is ontvangen door de verhuurder.

ART. 6 WANPRESTATIE EN TOEREKENBARE TEKORTKOMING
A Onverminderd het recht om nakoming te vorderen geeft een wezenlijke wanprestatie of toerekenbare tekortkoming van de huurder dan wel de verhuurder in de nakoming van één of meer verbintenissen aan de verhuurder respectievelijk de huurder de bevoegdheid om zonder gerechtelijke tussenkomst de huurovereenkomst terstond te ontbinden.
B In geval van ontbinding van de huurovereenkomst als gevolg van een wezenlijke wanprestatie of toerekenbare tekortkoming kan aanspraak gemaakt worden op vergoeding van eventuele schade en op betaling van alle, ook niet direct opeisbare, vorderingen waaronder begrepen de kosten van het voor rekening en risico van huurder doen verwijderen van het vaartuig, namens verhuurder, buiten het terrein.

ART. 7
Op alle geschillen met betrekking tot deze overeenkomst is het Nederlands recht van toepassing. Uitsluitend de Nederlands rechter is bevoegd van deze geschillen kennis te nemen.